Geniet van de korte verhalen van onze (gast) columnisten. Herkenbaar, grappig, ontroerend of inspirerend. Stuk voor stuk het lezen waard.
Het mooist vind ik het als je met de trein de IJssel oversteekt. Dan lijkt de skyline van Deventer wel een soort expositie. Het maakt niet uit in welk jaargetijde. De IJssel is altijd prachtig.
Dat ik nou stond te springen om naar de zondagsschool te gaan, nee, maar de buurkinderen gingen ook, dus kon ik mooi mee. Zo redeneerde mijn vader en hij voegde er nog aan toe: “Slechter zö’j d’r neet van worden.”
Onze Friese noaber en weergoeroe Piet Paulusma heeft in zijn glazenbol gekeken. Onder mystieke omstandigheden voorspelt hij ons een ijskoude, maar dan ook een echt ijskoude en lange winter.
In deze tijd van het jaar zoeken we de gezelligheid graag binnen. Lekker bij de open haard, met warme sloffen, kaarsjes aan. Een mooie tijd om elkaar verhalen te vertellen en herinneringen op te halen.
Vijftien was ik en ik wilde wielrenner worden. De racefiets die ik daarvoor nodig had stond in een advertentie in de toenmalige GOC. Jurrie Dokter heette de verkoper. Hij woonde in Enschede en vroeg honderd keiharde guldens.
In eerdere columns heb ik mijn liefde voor het rennen en wandelen in de natuur beleden. Juist in deze periode van het jaar, probeer ik tijd te maken om mijn hoofd leeg te maken en mijn lijf een beetje ‘in shape’ te houden.
Veel mensen hebben een hekel aan de winter. Dat vind ik ook, wanneer ik zwoegend tegen storm en slagregen naar huis fiets, maar meestal associeer ik de winter met de buitenwereld buitensluiten en gezelligheid binnenshuis.
Onze oudste dochter kan fietsen en dat wil ze weten ook. Het liefst fietst ze elke dag met haar wit-paarse fietsje naar de dorpsschool aan de IJssel. Ik fiets naast haar met de bakfiets met daarin onze jongste telg.
Gewapend met een hamer en een viefduumer (een spijker van tien centimeter) kies ik de aanval om na de eerste herfststorm de hangplant voorgoed hurricaneproof te maken. W